Begin december raakte bekend dat de Vlaamse administratie slechts 1 tot 5 procent van de premiedossiers voor verbouwen, verbeteren en renoveren van woningen ook daadwerkelijk ter plaatse kan controleren, terwijl vijftien procent de norm is.

Dit is te wijten aan het enorme succes van de premies. Gezien het personeelsbestand moet er voorrang gegeven worden aan het wegwerken van de achterstand boven controles op het terrein.

Graag had ik van het stadsbestuur vernomen hoeveel het gemiddelde percentage bedraagt van de Gentse subsidiedossiers in de categorie” bouwen en wonen” die ook daadwerkelijk op het terrein gecontroleerd worden. Op basis van welke criteria wordt er beslist over te gaan tot een controle ter plaatse?

Sami Souguir
Fractievoorzitter

Antwoord:

Eigenaar-verhuurders die een premie aanvragen, krijgen effectief vóór en na het uitvoeren van de werken een controlebezoek ter plaatse. Deze laatste controle gebeurt eveneens met het oog op de conformiteit met de normen bepaald in de Vlaamse Wooncode en het Kamerdecreet (zoals bepaald in het reglement). De controles gebeuren dus voor de volle 100 %.

Bij premieaanvragen van eigenaar-bewoners gebeurt dit steekproefsgewijs, meer bepaald wordt er om de 10 dossiers een controle verricht. In geval van twijfel, wanneer er voor bepaalde dossiers stukken worden ingediend die niet duidelijk genoeg zijn, dan gebeurt dit ook voor deze dossiers. De controles gebeuren dus voor ongeveer 10 à 11 % van de dossiers. Gelet op het personeelsbestand kan dit niet frequenter.

Karin Temmerman
Schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen